Doorgaan naar hoofdcontent

Gemolkorfd.

Het is donderdagavond. Ik zit gespannen voor de TV. Wie is de mol? Voor velen een vraag voor mij een weet. Ik weet het! Ik weet het al een hele tijd. Ik heb er felle discussies met mijn moeder over gehad en ik weet het. Liesbeth is de mol. Ze heet het goed gespeeld maar ik had haar door. Molliger dan haar kan gewoon niet! Alhoewel, als je die zin letterlijk neemt dan maakt Anne Marie ook een goede kans. Maar zij kan de mol niet zijn, zij heeft namelijk gewonnen. De laatste aflevering was voor mij slechts een formaliteit, een bevestiging van vermoedens.

Wekenlang had ik intens meegeleefd. Ergens was ik ook wel blij dat het over was. Het werd teveel Ik besloot zelf een mollenboekje bij te houden. Ik hield bij wat de kandidaten aten, hoe ze sliepen, met wie, welke opdrachten er door wie werden uitgevoerd, door wie diezelfde opdrachten verprutst werden, wie er geld in de pot bracht, wie het er weer uithaalde en het allerbelangrijkste op welke pagina ik in mijn mollenboekje gebleven was. Mijn mollenboekje werd een complete klapper met tabbladen. Gesorteerd op kandidaat, opdracht en stoere blik van Art. Ook hij keek verdacht maar hij was het deze keer niet.

Na vorig jaar gecasht te hebben door de pot te winnen besloot hij dit jaar verder te cashen door het programma te gaan presenteren, dat deed hij niet slecht. Na vorig jaar te hebben gewonnen was hij wel wat betweterig. Met opmerkingen als laagste pot ooit en vooral het genot wat hij uitstraalde als hij deze opmerkingen plaatste maakte hij zichzelf ook heel verdacht. Ik sloeg door.

Mijn molklapper werd een externe harde schijf van 2 TB Daarop stonden filmpjes, foto, vermoedens en internetverslagen over de mol, Liesbeth dus. Daarnaast ook wat foto’s van Hadewych, niet echt mijn type maar wel de leukste die er tussen liep. Daarnaast begon ik mijn moeder ook te verdenken. Ze probeerde mij op een ander spoor te brengen en trok daardoor een rookgordijn op. Ik hield bij wat ze dronk, wat ze allemaal deed en ik noteerde zelfs de tijd die ze nodig had om bij me te komen als ik haar uit haar bed belde. Dat was verdacht snel.

Ook vrienden, teamgenoten en collega’s waren niet veilig voor mijn onderzoekdrang. Ik wilde weten wat  ze gegeten hadden, wie zij als verdachten zagen, hoe ze geslapen hadden, met wie en waarom er tijdens trainingspartijtjes zoveel kansen gemist werden. Die laatste vraag werd altijd beantwoord met: omdat jij altijd de bal opeist. Dat antwoord was niet alleen verdacht maar ook compleet gelogen. Uit mijn onderzoek kwam één ding naar voren: Liesbeth is de mol.

Nu is het donderdagavond. Hadewych heeft gewonnen, Liesbeth is een goede mol, Anne Marie DE mol en Art kijkt nog steeds verdacht. Ik begrijp het niet. Ik wist het zeker, half Nederland wist het zeker! Door mijn tunnelvisie was ik blind voor de mollenacties van Anne Marie. Wat dat betreft was ik misschien wel de echte mol.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Wauw een vrouw.

Laatst was ik in gesprek met een aantal vrouwen. Gewoon wat drinken, praten en dan nog wat meer praten. Er is maar één ding leuker dan een gesprek met een vrouw en dat is een gesprek met meerdere vrouwen. Het voedt mijn vrouwelijke kant en je steekt er altijd wat van op. Kletsen over zaken die vrouwen bezig houden vind ik leuk. We hebben veel raakvlakken. Toch kan ik niet met alles meepraten. Dat doe ik dan ook niet. Als het over mannen gaat ben ik een aandachtig toeschouwer. Tot op een gegeven moment het gezelschap zicht tegen mij, als man zijnde, richt.

100% talent.

De kop is eraf.  Op een mooie zaterdag in Maasdijk is het rolstoelhockeyseizoen weer geopend. Mijn blog hierover is wat aan de late kant. Dat heeft een hele goede reden. Ik heb namelijk lang getwijfeld of ik hierover wel moest bloggen. Ik was die dag namelijk goed bezig. Ik was niet zomaar goed bezig maar extreem goed bezig. Nu is het in Nederland niet gebruikelijk dat je over jezelf zegt dat je goed bent, zeker niet als je net zo goed was als dat ik was. Maar sinds Ivo Niehe de weg vrij heeft gemaakt voor ons Nieheïsten (aanhangers van de Niehe leer) om openlijk voor je goedheid uit te komen doe ik dat dan ook.

Ode aan het insect op mijn voorruit.

Ik rij 110 kilometer per uur, minimaal. Ik rij zo hard omdat ik het kan en omdat het moet. Ik wil invoegen op de snelweg. Dat gaat niet met 80. Dus 110, intussen nader ik toch echt de 120. Omdat het dus kan. Er is ruimte genoeg, dus kan ik invoegen. Ik wacht. Niet omdat ik dat wil of kan maar omdat ik ben afgeleid. Ik hoorde pats op mijn voorruit. Ik vreesde een steentje maar ik zie een oranje groene streep. Een insect van forse omvang heeft kennis mogen maken met mijn voorruit, tot zijn ongenoegen. Ik voeg in.