Doorgaan naar hoofdcontent

Ode aan het insect op mijn voorruit.

Ik rij 110 kilometer per uur, minimaal. Ik rij zo hard omdat ik het kan en omdat het moet. Ik wil invoegen op de snelweg. Dat gaat niet met 80. Dus 110, intussen nader ik toch echt de 120. Omdat het dus kan. Er is ruimte genoeg, dus kan ik invoegen. Ik wacht. Niet omdat ik dat wil of kan maar omdat ik ben afgeleid. Ik hoorde pats op mijn voorruit. Ik vreesde een steentje maar ik zie een oranje groene streep. Een insect van forse omvang heeft kennis mogen maken met mijn voorruit, tot zijn ongenoegen. Ik voeg in.

Het is raar, een insect verandert in een substantie. Zou zo’n insect daar zelf ook bewust van zijn? Zo wil je toch niet eindigen? Op een vooruit van een auto die met 110 kilometer per uur invoegt. Je krijgt als vliegend insect nog liever een hooikoortsaanval. Als je eindigt op een vooruit lijk je op een snotje bij een beginnende verkoudheid. Dat wil niemand. Ook een insect niet. Een insect heeft ook een ego, al zit die er niet meer tussen op mijn vooruit, of het is oranje/ groen van kleur.

Wat deed een insect op de snelweg? Was het suïcidaal? Zou het beestje mij hebben zien naderen? Wat ging er door hem heen voordat mijn bus een poging deed om door hem heen te gaan? Dat zijn de vragen die er toe doen in het leven! Wat voor een insect was het eigenlijk. Zou het een eendagsvlieg zijn geweest?  Dat zou best vervelend zijn. Je komt op deze aarde, krijgt honger, vliegt over de snelweg naar wat eten omdat de snelweg het snelst is en komt mijn bus tegen.
"Wat ging er door hem heen voordat mijn bus een poging deed om door hem heen te gaan?"
Het insect vormt een afleiding. Ik rij 130 op een stuk waar best wel eens gecontroleerd wordt. Ik besluit mij op de weg te focussen en probeer mij te ontdoen van het stoffelijke overschot van het insect. Uit respect zet ik de radio uit en vervolgens sproei ik mijn voorruit. Mijn ruitenwisser gaat nu door het insect heen. Het gaat niet weg. Er ontstaat een streep, een streep van insect. Mijn zicht wordt er niet beter op. De kleur van het insect ook niet.

Moet je voorstellen dat er na je dood een ruitenwisser door je heen gaat. Gruwelijk toch? Ons zal het niet goed gauw overkomen. Dat insect wel. Meerdere keren zelfs, het beestje is hardnekkig. Liters ruitenwisservloeistof gaan er over heen. Zonder dat het enig effect heeft. Het insect is uitgesmeerd over mijn voorruit en stinkt nu ook nog eens chemisch. Hoe treurig wil je het hebben. Het insect laat niet los. Alsof het wraak neemt.

Ik rij verder en besluit het dode insect te laten voor wat het is. Ik moet mij op de weg concentreren om te voorkomen dat ik net zo eindig als dat insect. Uitgesmeerd over een auto, stinkend naar ruitenwisservloeistof. Ik zet de radio aan. Na drie tonen zet ik hem weer uit. Die another day van Madonna vind ik vandaag niet gepast.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Brief aan Scarlett Johansson.

Lieve Scarlett, Ik dacht laat ik mijn brief aan jou maar amicaal openen na hetgeen jij de afgelopen week met ons deelde. Al had je dat naar alle waarschijnlijkheid zelf liever niet gedeeld. Ik vind het oprecht vervelend voor je, het is dan ook een schrale troost om te stellen dat je bij velen, hoofdzakelijk mannen, populairder bent geworden. Het is de vraag of je op deze aandacht zat te wachten. Kwade tongen beweren van wel maar ik weiger dat te geloven. Als je zo nodig aandacht had gewild dan had je er wel voor gezorgd dat er een leuke deal met een zogenaamd mannenblad was geweest. De zogenaamde (Patricia) Paay oplossing, zij geniet daar al jaren van.

Wachten.

Onlangs was ik in London. Een geweldige stad! Ik was daar voor de Paralympics maar tussendoor was er ook een moment om London zelf te bekijken. Alle clichés kloppen Zwarte taxi’s, rode bussen, witte Bonen, rode tomaten saus, mensen die in tegenstelling tot mensen in Parijs wel goed Engels en een toren die de mensen aldaar Ben noemen, Grote ben. De Dom vind ik zelf persoonlijk een betere naam voor een toren, maar ik ben dan ook geen Engelsman. Ook waren daar de Guards. De wachten voor HET Paleis. Wat heb ik een medelijden met die Guards gekregen. Als Guard ben je stiekem toch wel de Europese toeristische pispaal.

Schuimbekken.

Ik kan het niet meer ontkennen. Ik zie het leven sinds een aantal weken zoveel zonniger, ik ben vrolijker en ik zit lachend in de ochtendspits (zelfs nu deze er niet is in verband met de zomerperiode). Ik denk dat ik het licht gezien heb! Het was even wikken en wegen, de twijfel maakte zich overduidelijk meester van mij. Maar sinds ik de stap gezet heb ben ik eigenlijk gewoon ander mens. Of nou ja, soort van dan. Ik kijk er niet meer tegen op en dat vind ik een hele fijne gedachte. Niet dat ik het dan maar oversloeg maar ik zag er achteraf gezien tegen op.