Begin juli wordt er altijd met veel respect richting Frankrijk gekeken voor de wielertocht der wielertochten. Als je de Tour de France weet te winnen zal je leven nooit meer hetzelfde zijn, althans je wordt voor de rest van je leven verdacht van dopinggebruik. De editie van dit jaar laat maar weer eens zien waarom de Tour zo groots is. De organisatie laat daar geen enkele twijfel over bestaan, er worden zelfs televisie auto’s en prikkeldraad voor ingezet om dat te onderstrepen. Toch heb ik mogen ervaren dat er evenementen zijn die nog zwaarder, spectaculairder vermoeiender en leuker zijn dan de Tour.
Met een groep in tenten kamperen op een camping in zuid Frankrijk overtreft de Tour op alle fronten. Misschien minder gevaarlijk, maar dat is een keuze. Ik bedoel ik heb heel doelbewust prikkeldraad vermeden om zo als ik uiteindelijk door een auto gesneden zou worden er niet in zou belanden. Voor de rest is het peloton van de Tour een stelletje mietjes vergeleken met een groep welk bivakkeert in tenten op een camping in Frankrijk.
Wielrenners zijn beste mensen zolang hun hotel maar in orde is, hun maaltijd verzorgd en de medicijnen op orde zijn. Zodra één van deze facetten niet orde is worden ze pislink. Bij het kamperen in tenten spelen er verschillende factoren om lekker, comfortabel en warm in je bed te liggen. Bij regen en (relatief) lage temperatuur kan men stellen dat die factoren in mindere mate aanwezig zijn. In onze groep geen kwaad woord daarover. Wij zorgden gewoon dat we warm werden door een dekentje, kruik, alcohol of een combinatie hiervan.
Ook met het eten hoorde je ons niet klagen. Wielrenners willen altijd een keurig verzorgd maaltje. Dat gaat daar echt heel strikt. Bij ons ook wel, maar dan anders. Zo kreeg iemand waarmee ik op vakantie was zijn ijsje vol in zijn murf… Voedzamer werd het er niet op, wel leuker. Dat hoef je bij een wielrenner niet te proberen, in ijs zitten namelijk veel te weinig koolhydraten. Een bord pasta is op zijn beurt is weer een stuk minder leuk om in iemands gezicht te wrijven, tenzij het is afgekoeld natuurlijk maar wielrenners hebben ook een hekel aan koude pasta, het is een lastig volkje.
Ondanks dat deze editie van de Tour de France veel spanning met zich meebrengt kan het niet tippen aan de kampeervakantie. Natuurlijk de Alpe D’huez is geen verkeersdrempel maar deze verbleekt bij de afdaling (en op de terugweg ook beklimming) van de Rocamadour welke vermoedelijk een rolstoelmotor heeft gekost. Deze vakantie ging verder waar de Tour ophield. Waar sommige wielrenners medicijnen nemen om beter te presteren namen sommige vakantiegangers gewoon geen medicijnen, gewoon omdat ze vakantie hadden. Al werd hier door de organisatie natuurlijk scherp op gelet.
De kampeervakantie overklast de Tour op alle fronten. Maar het allerbelangrijkste is dat de herinnering aan de vakantie mooier is dan aan de Tour. Ik denk liever terug aan 10 dagen gezelligheid dan aan één dag prikkeldraad in mijn achterste
Reacties
Een reactie posten