Ieder jaar eind mei, begin juni ben ik niet te genieten. Ik vraag mij af wat ik mijzelf ieder jaar toch weer aan doe en vooral waarom. Vaak sta ik dan met wat teamgenoten in een verlaten stijlloze sporthal bij een prijsuitreiking te kijken welke qua ambiance perfect bij die sporthal past. Overigens is het heel goed mogelijk dat mijn subjectieve beschrijving over de sporthal en de prijsuitreiking zijn oorsprong vindt in het feit dat mijn team de afgelopen twee jaar geen rol van betekenis heeft gepeeld bij die prijsuitreiking, dit overigens geheel terzijde. Al een aantal jaar dwaal ik door “midden”Nederland om vervolgens in een sporthal te dwalen.
Je hoopt altijd de ultieme sportheld te zijn, dat geldt ook voor mij. Ik hoop toch de Messi 2.0 van het rolstoelhockey te zijn. Helaas blijkt dat nooit zo te zijn. Als ik foto’s van mij in actie zie dan lijk ik eerder op Raymond van Barneveld 2.0 die in plaats van drie pijltjes een keer vijf pijltjes op een dartbord heeft moeten gooien. Dit uiteraard gecombineerd met een Frank/ Ronald de Boer gezicht. Dat geeft niets maar het zijn in elk geval geen charmante foto’s. Ik ben wel blij dat er de volgende dag geen foto’s gemaakt worden. Dat heeft namelijk niets meer met de ultieme sportheld te maken.
Ondanks dat ik mijn best doe om de tegenstander te imponeren met mijn talenten vrees ik dat dat lang niet altijd werkt. Mijn rolstoel is te traag en wordt bestuurd door een te zware bestuurder. Daarnaast lijkt mijn fluwelen balbeheersing eerder op harken. In de tuin zou ik dan ook heel goed uit de voeten kunnen maar dan heet het geen hockey meer maar onkruid wieden. Ook heb ik een heel hard schot. Mijn sterkste wapen… als deze de richting op gaat welke ik voor ogen heb, echter deze richting verschilt aanzienlijk met de daadwerkelijke richting die iedereen vervolgens ziet.
Ieder jaar eind augustus, begin september ben ik slecht aanspreekbaar. Het kriebelt, ik tril, kortom het wordt weer hoog tijd om door een sporthal te dwalen. Ik bruis dan van de energie wat er gewoon uit moet. Enig gevoel met de realiteit ben ik dan kwijt. Natuurlijk ben ik de Messi 2.0 van het rolstoelhockey, zolang de tegenstander maar niet beter is dan dat ikzelf ben. Dat harken hoort gewoon bij mijn speelstijl. Dat harken verwacht gewoon niemand, zeker niet op een hockeyveld. Mijn harde schot is gewoon zo hard dat niemand weet welke richting die op gaat, zelfs ik weet het niet anders zou ik het kunnen verklappen.
Buiten het feit om dat de realiteit enigszins uit het oog verloren ben heb ik echt weer zin om met mijn teamgenoten er komend seizoen weer alles uit te slepen. Ik ben gewoon verslaafd. Een niveau lager kan wonderen doen voor het niveau wat wij spelen en wellicht komt er nog een tijd dat Messi de Van de Beek 2.0 van het voetbal wil worden, al denk ik dat eerlijk gezegd niet.
Reacties
Een reactie posten